Information Technology & the Urban @ de Balie

Wat is de rol van stadsplanning in deze zeer dynamische, onvoorspelbare omgeving?

Wat kan het falende instrument van prognose vervangen?

Wat zijn de instrumenten voor het verwerken van mogelijke stedelijke transformaties?

Kunnen hybride (stedelijke en media) omgevingen fungeren als generatoren (van vertrouwen) die planning transformeren tot een evenement-communicatie (ruimte) en entertainment zone?

Discussie & Lezing Science Friction, Discussion @ de Orderverstoorders, de Balie, Amsterdam, 25 Januari 1999

Science
Friction

2000
Interfaces bevinden zich in een primitief stadium

Fysieke ontmoeting (lichamelijke intuïtie) is nog steeds de basis voor vertrouwen dat essentieel is voor communicatie.
Traditionele stedelijke weefsels worden versterkt en overlapt door translokale ruimten (media, mobiliteit).
De “modernistische” functionele categorieën van stedelijke planning (wonen, werken, enz.) vermengen en versmelten.

2000+
Interfaces ontwikkelen zich

Tactiliteit en lichamelijke intuïtie breiden zich uit in de efemere hypermaterialiteit van de nieuwe samengesmolten analoog/digitale ruimtes.
Versterkt dit de stedelijkheid of maakt het haar overbodig?
Wat zijn de planningsinstrumenten van “multi-localiteit”?

2000++
Fusies van IT, biotechnologie, nanotechnologie…..

Tactiliteit en lichamelijke intuïtie breiden zich uit in de vluchtige hypermaterialiteit van de nieuwe samengesmolten analoog/digitale ruimtes.
Versterkt dit de stedelijkheid of maakt het haar overbodig?
Wat zijn de planningsinstrumenten van “multi-localiteit”?
Wat zijn de communicatieruimtes (stedelijk/media) om deze zeer dynamische ontwikkelingen te verwerken?

Soft
Urbanism

In de rol van architectuur bij het definiëren en materialiseren van ruimten voor sociale interactie wordt het ontwerpen van de relatie tussen het fysieke en digitale publieke domein steeds meer een uitdaging: het onderzoeken van de relatie en onderlinge verbinding tussen de “zachte” stad en haar eindige materiële tegenhanger, de leefomgeving, het speculeren over interfaces tussen de “virtuele” en de materiële (stedelijke) wereld en het ontwerpen van hybride (analoog-digitale) communicatieruimten.

Soft Urbanism houdt zich bezig met informatie-/communicatieprocessen in de openbare ruimte, de zachte aspecten die de uitdijende stad bedekken en modificeren: de onzichtbare netwerken die fungeren als attractoren, de traditionele stedelijke structuur transformeren, het stedelijk weefsel verweven, openrijten en doorsnijden, en interfaces vereisen.

Soft Urbanism komt niet alleen tussen op het gebied van infrastructuren, maar neemt ook hun concept over en volgt hun paradigma. Het brengt een inherent flexibele benadering door het veld van sociale interactie uit te breiden en nieuwe wegen te openen voor stedelijke ontwikkeling. Soft Urbanism vat de stad op als een organische entiteit, als “eiwitachtige ketens van netwerken”. Soft Urbanism gaat daarom niet over het vormgeven, vastleggen of bepalen van plaatsen, maar over het creëren van kaders die een verscheidenheid aan onvoorspelbare ontwikkelingen mogelijk maken en versterken.

Urbanisme zit vandaag de dag gevangen in het dilemma dat het ofwel probeert de droom van de almacht van planning te verwezenlijken, ofwel de machteloosheid accepteert tegenover de krachten van de onroerendgoedmarkt: aan de ene kant het modernistische geloof in wetenschappelijke methoden voor het bepalen en beheersen van stedelijke fenomenen die hele steden schenden, aan de andere kant de neoliberale standpunten die toegeven aan de belangen van privatisering en de dynamiek van de markt tot de enige legitieme determinanten van stedelijke ontwikkelingen verklaren. Soft Urbanism ziet de gevolgen van beide posities vandaag de dag onder ogen en ontwikkelt een alternatieve interventiestrategie om programmatische speculaties over het publieke domein in de stedenbouw te herintroduceren.

De interventies zullen niet gaan over controle en vastberadenheid, maar over het uitbreiden van infrastructuren, kaders voor processen van zelforganisatie. Het verkennen van de mogelijkheden van digitale technologie zal bijdragen aan de ontwikkeling van hulpmiddelen om stedelijke ontwerpen te verwerken en om architectonische en stedelijke programmatische procesruimten te genereren: dynamische, rizomatische ruimten, geëxternaliseerde hersenen met fluctuerende synapsen. Om ontwerpomgevingen te ontwikkelen “die zo zijn gerangschikt of geplaatst dat ze de grootste kracht voor onvoorziene relaties mogelijk maken”. De instrumenten ontwikkelen om het virtuele te verwerken.

“Zachte” strategieën zullen “bottom-up” strategieën zijn: in plaats van eerst het globale resultaat van de interactie te definiëren en dan de noodzakelijke relatie tussen de elementen te bepalen om die interactie tot stand te brengen (wat een “top-down” benadering zou zijn), zullen eenvoudige regels voor een verzameling onafhankelijke elementen worden ontwikkeld en dat wat uit de interactie van deze elementen voortkomt is aleatoir. Volgens biologische modellen zullen deze velden van interactie van meervoudige krachten dienen als reservoir voor de selectieprocessen die nodig zijn voor stedelijke transformaties.

Een methode om de bestaande realiteit te extrapoleren om haar mogelijkheden te ontvouwen en creatieve versnellingen te forceren zal sporen vrijlaten en tot nu toe onbekende paden creëren. (Snelheid, versnelling, maar geen controle over de richting.) De sporen zullen verschillende omgevingen infecteren door ze aan te passen, te muteren en te transformeren.

Orderverstoorders

Een serie debatten over de inrichting van Nederland
Over nieuwe technologie en ruimtelijke ordening
De Balie, maandag 25 januari 1999, 20.30 uur

Asfalt
of
Glasvezel

Deelnemers

Met deelname van onder andere: Jaap van Till (Stratix Consulting Group en Technische Universiteit Delft), Toon van der Hoorn (Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Ministerie van Verkeer en Waterstaat), Marcel Bullinga (Senior Adviseur Digitale Strategie Directie Informatie Beheer Organisatie, Ministerie van VROM), Oetsge Atzema (Afdeling Ruimtelijke Economie, Universiteit Utrecht), Frans Vogelaar (Academie voor Mediakunsten, Keulen).

Een reeks debatten over het ontwerp van Nederland

De ruimtelijke geschiedenis van een land kan, net als die van een huishouden, worden samengevat in twee gebaren: orde brengen en orde verstoren. Wie een huis inricht, brengt orde. Wie er vervolgens in woont, kranten leest en vouwt, eet en afwast, een stoel koopt, een muur afbreekt, verstoort en herstelt de orde in voortdurende afwisseling.
Op dezelfde manier wordt de ruimtelijke ordening van ons land gekenmerkt door de dynamiek van orde verstoren-stellen-verstoren. Tegenwoordig lijken de pogingen van de overheid om de ruimtelijke orde te vestigen en te bewaren echter moeilijker en manifesteren de verstoringen zich krachtiger dan ooit.

De nieuwe informatietechnologie zou zich de komende jaren wel eens kunnen ontpoppen als de grootste ordeverstoorder van de nationale ruimtelijke ordening. Binnen vijf jaar zullen de ruimtelijke effecten van het internet als sociaaleconomisch netwerk in alle hevigheid merkbaar worden. Nu zijn er al enkele dingen zichtbaar: De steden blijken een vruchtbaar kennisnetwerk, kraamkamer voor startende ondernemingen die toepassingen ontwikkelen voor de nieuwe technologie. Grote ondernemingen vestigen gezichtsbepalende afdelingen op prestigieuze locaties in de steden, en verplaatsen de ondersteunende functies naar goedkope locaties (in het buitenland). Voor de woonconsument lijkt de moderne informatietechnologie de aantrekkingskracht van zowel het platteland als de hoog stedelijke milieus te versterken. Hoe om te gaan met deze hoog dynamische technologie? Daarover praten we met bouwers, planners, bewoners, technici en de opstellers van de Vijfde Nota over ruimtelijke ordening.

“Informatie- en communicatietechnologie (ICT) fascineert. Het is een verhaal van ongekende vooruitgang in techniek, die een vergaande invloed heeft op de samenleving. ICT heeft de afgelopen dertig jaar zijn intrede gedaan in onze dagelijkse woon-, werk-, en leefomgeving. Radio, CD, TV, PC, Internet, mobiele telefoon, het zijn de iconen van deze eeuw.

Tegelijkertijd is ICT een zeer ongrijpbaar fenomeen. Vrijwel niemand van de gebruikers is in staat om de werking van de gebruikte apparatuur te doorgronden en de makers van de technologie zijn zelf niet in staat om te vertellen hoe de technologie zich zal ontwikkelen.
Kortom: een hoog-dynamische onvoorspelbare technologie met ingrijpende maatschappelijke gevolgen.”
Uit: ICT & ruimtelijke ordening: Een bron van beroering, discussie paper i.o.v. de RPD

Aan de horizon van de moderne informatietechnologie

Aan de hand van twee stellingen hopen we inzicht te krijgen in de vraag of de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën in ons tijdperk van internationale netwerken nog ruimte bieden voor ordening op nationaal niveau. Het is een verhouding die nog weinig ter discussie wordt gesteld: die tussen ruimtelijke ordening en nieuwe technologie.

Evenals bij de komst van de stoommachine, de auto, de telefoon en de televisie zijn ook over de gevolgen van de allernieuwste informatie- en communicatietechnologieën diverse mythes ontstaan. Zo zou dankzij het gereedkomen van de digitale snelweg eindelijk het fileprobleem worden opgelost. Wij zouden thuis kunnen inloggen, aangesloten worden op een centraal netwerk en zonder ons te verplaatsen opdrachten van de baas kunnen uitvoeren of aanwijzingen geven aan ondergeschikten. Wij zouden vanuit onze huiskamer virtueel aantrekkelijk aangeboden boodschappen kunnen bestellen, die vervolgens met grote bestelwagens door het hele land zouden worden bezorgd. Woon-werkverkeer zou daardoor verminderen en de daadwerkelijke toeloop op meubelboulevards en groot warenhuizen zou niet meer nodig zijn.

De werkelijkheid blijkt anders. “Eerder zal ICT mobiliteitsgroei genereren, omdat dankzij ICT de tijd nuttig besteed kan worden, bijvoorbeeld via mobiel bellen of door met een laptop te werken. Wellicht dat ICT enigszins kan leiden tot spits afvlakking, vooral door de grotere keuzevrijheid van het reistijdstip.

De overcapaciteit van het wegennet buiten de spits is zeer hoog en biedt dus volop mogelijkheden voor een zeer omvangrijke mobiliteitsgroei. In het meest extreme geval wordt twee uur file per dag vervangen door vierentwintig tint per dag `net geen file’.”
Uit: ICT & ruimtelijke ordening, Een bron van beroering. Discussiepaper t.o.v. de RPD

“Helaas geldt voor de technologie één onontkoombare wet: als de meest revolutionaire uitvindingen voor iedereen toegankelijk worden, houden ze op toegankelijk te zijn. De technologie is in aanleg democratisch, omdat ze iedereen dezelfde diensten belooft, maar functioneert uitsluitend els alleen de rijken er gebruik van maken. Toen een trein er twee uur over deed om van A naar B te komen, verscheen de auto op het toneel en wasje er in een uur. Daarom was hij peperduur, Maar hij werd nog niet toegankelijk voor de massa of de wegen zaten dicht en de trein was weer sneller, Als je aanvaardt dat je niet bent bevoorrecht, ben je er met het openbaar vervoer eerder dan de bevoorrechten,”
Uit: Op reis met een zalm, Umbento Eco

Schier eindeloze netwerken van glasvezelkabels onder de grond en permanent rondom onze planeet cirkelende satellieten bepalen in de toekomst het gebruik van de ruimte. Wij zijn niet langer gebonden aan landgrenzen en ook werelddelen vormen geen afgesloten eenheden meer. Het woord globalisering is niet meer weg te denken uit het hedendaags vocabulaire.

“De toegenomen snelheid van wereldwijde informatienetwerken en transportsystemen (digitale netwerken, luchttransport) creëert een onderscheid tussen ruimtes die lokaal zijn en ruimtes die globaal zijn. We ervaren vandaag niet alleen een privatisering maar ook een atomisering van elektronische media op lokale schaal, met bijvoorbeeld de vermenigvuldiging van lokale tv-kanalen of radiostations. Aan de andere kant vermengen globale en lokale ruimtelijke hiërarchieën zich in stedelijke agglomeraties. Sommige stedelijke fragmenten (bank- en beurswijken, omgeving van luchthavens etc.) krijgen kwaliteiten van mondiale prestaties en kunnen worden gezien als onderdeel van de stedelijke conditie.”
Uit: Soft Urbanism Public Media Urban Interfaces, in LAB, Jahrbuch der KHM, Elizabeth Sikiaridi & Frans Vogelaar

In wereldsteden als Los Angeles, New York en Tokyo verrijst de een na de andere werktoren boordevol moderne technologie. Ook aan de randen van Amsterdam ontstaat hoogbouw waarin bedrijven voor telecommunicatie en hoogwaardige informatietechnieken woeden gehuisvest.

“ICT maakt het mogelijk om kennisverwerking, marketing en managementfysiek los te maken van productie-eenheden. Dat staat haaks op de ontwikkeling tot begin jaren negentig, waar veel bedrijven door de schaalvergroting van hun productieprocessen zich gedwongen voelden om hun hele organisatie mee te verhuizen. Zo verhuisden de kranten begin jaren zestig en zeventig hun redacties mee met de drukpersen naar de rand van de steden. Dc recente verhuizing van het hoofdkantoor van Philips naar een hoofdstedelijke Amsterdamse locatie laat de tegenbeweging zien. Een onderschatte vestigingsfactor voor de kennisintensieve en strategische onderdelen van ondernemingen is het belang van vruchtbare netwerken. Innovatie ontstaat vaak op plaatsen waar kennisdomeinen elkaar overlappen, waar in netwerken soepel kennis uitgewisseld kan worden. Hoog-stedelijke milieus zijn door hun grote diversiteit aan netwerken daardoor een aantrekkelijke vestigingsplek voor kennisintensieve onderdelen van bedrijven.”
Uit: ICT & ruimtelijke ordening, Een bron van beroering. Discussiepaper t.o.v. de RPD

Stelling 1

Moderne informatietechnologie creëert een behoefte aan mobiliteit waarin niet kan worden voorzien.

Stelling 2

Moderne informatietechnologie en de daarmee gepaard gaande economische schaalvergroting leiden tot onstuitbare concentraties van functies in urbane centra en leegloop van het achterland.

Under the pavement (piercing the beaches) run fiberglass cables.

related PROJECTS

related NEWS